COMPENSERENDE MAATREGELEN: VERDERE OPERATIONALISERING EN EINDDATUM
NIEUWSBRIEF | AUGUSTUS 2020 —
Doorstart van zorg en ondersteuning voor personen met een handicap binnen ‘het nieuwe normaal’
Sinds 1 juli zijn er voor individuele gebruikers weer meer mogelijkheden tot zorg en ondersteuning.
Individuele gebruikers die moeilijkheden ervaren om bij hun multifunctioneel centrum of zorgaanbieder de nodige ondersteuning te bekomen, kunnen bij de bijstandsorganisaties terecht. Zij zullen een bemiddelende rol opnemen. Individuele gebruikers kunnen de 17% budgetoverschrijding (zie verder) ook aanwenden om de kosten van de bijstand te vergoeden. Als bemiddeling door de bijstandsorganisatie niet volstaat, dan zal het VAPH mee instaan voor de verdere opvolging van deze casussen.
De recente heropflakkering van het virus en de nieuwe maatregelen die de Nationale Veiligheidsraad nam ter bestrijding ervan, hebben ondertussen geleid tot een meer lokale aansturing zodat meer gericht kan ingespeeld worden op de plaatselijke situatie.
Tot 17 % budgetoverschrijding mogelijk voor individuele budgethouders in COVID-19-periode
Individuele budgethouders PVB en PAB die door de maatregelen ter bestrijding van COVID-19 thuis extra overeenkomsten hebben afgesloten en de kosten van die overeenkomsten niet kunnen dragen binnen hun beschikbare PAB of PVB, kunnen dat budget met maximaal 17 % overschrijden. Eerder bedroeg dat percentage 8,5 %. De verhoogde budgetoverschrijding komt er als gevolg van een langer aanhouden van de periode COVID-19.
Deze maatregel loopt eveneens tot 30 september 2020. Overeenkomsten en bijbehorende kosten inzake extra ondersteuning in de thuissituatie van 14 maart tot en met 30 september 2020 zullen worden aanvaard waarbij het beschikbare PVB of PAB tot maximaal 17 % mag overschreden worden (zorg gebonden kosten). Kosten kunnen zoals altijd ingediend worden tot en met 1 maart van het volgende jaar (in dit geval tot 1 maart 2021).
We herhalen dat met het extra budget ook intensieve bijstand bij een bijstandsorganisatie kan ingekocht worden, en dat het ook kan aangewend worden volgens de geldende regels voor kosten voor vervoer bij cash besteding, voor vervoersoplossingen (bijvoorbeeld van en naar het dagcentrum indien men geen gebruik wil/kan maken van collectief vervoer). Dat vervoer mag echter niet georganiseerd worden door een
vergunde zorgaanbieder.
Aanrekenen woonkosten tijdens en na afloop van de periode COVID-19
In de periode COVID-19, die nog loopt tot en met 30 september 2020, kunnen vergunde zorgaanbieders geen woonkosten aanrekenen aan residentiële gebruikers voor de dagen dat zij niet in de voorziening verblijven. Deze maatregel is een algemene regel en geldt ongeacht de reden van de afwezigheid (bijvoorbeeld ook afwezigheid door opname in psychiatrisch ziekenhuis) en ongeacht of de ondersteuning opnieuw volgens de individuele dienstverleningsovereenkomst wordt ingevuld. Vanaf 1 oktober 2020 kunnen woonkosten opnieuw zoals voorheen aangerekend worden.
Vergunde zorgaanbieders die in de periode COVID-19 geen woonkosten mochten aanrekenen aan afwezige residentiële gebruikers terwijl ze zelf bepaalde kosten wel moesten blijven betalen, hebben recht op een forfait van 1500 euro voor elke residentiële gebruiker die in de in het MB bepaalde referentieperiode van 15 april tot en met 30 april 2020 afwezig was.
Voor leefkosten blijft de bepaling gelden dat ze enkel mogen aangerekend worden bij werkelijke ondersteuning en werkelijk gemaakte leefkosten.
Einddatum van de compenserende maatregelen
Op 30 september 2020 worden de compenserende maatregelen beëindigd, zowel voor de vergunde zorgaanbieders, de multifunctionele centra als voor de andere door het VAPH erkende en vergunde organisaties.
Individuele dienstverleningsovereenkomsten kunnen vanaf 1 oktober 2020 opnieuw gewijzigd worden. De opzegperiode kan starten vanaf 1 juli 2020, maar de overeenkomst kan pas werkelijk worden beëindigd na 30 september 2020
Voor meer:
Like ons op Facebook